Die ochtend heb ik afspraak bij Kind en Gezin. Beter bekend als Het Tussentijdse Mama-examen.
Is Baby wel genoeg bijgekomen? Stimuleer ik haar wel genoeg? Ga ik een nota krijgen omdat ik haar niet alleen laat inslapen? Voeden op vraag, daarvoor ga ik op de gang vliegen!
Alsof het allemaal nog niet erg genoeg is, gaan Ridder en Kabouter ook mee. Het grootste nadeel aan vakantie: gedaan met kinderloze afspraken. Op de parking steek ik voor de zekerheid nog een preek af. Over hoe ze niet mogen roepen, moeten voorzichtig zijn voor de kleinere kindjes, niet mogen roepen en meteen moeten gehoorzamen als ik iets zeg. Ik heb het idee dat de mier die tussen mijn voeten loopt er misschien wel iets van heeft opgevangen.
Baby komt glansrijk door de weging en meting. Nog even wachten tot we bij de dokter langs mogen.
Een dame van Afrikaanse afkomst komt met haar kroost de wachtzaal binnen. Haar gevolg is behoorlijk talrijk, en ik vraag mij meteen af welke preek zij nog snel heeft gegeven voor de deur. Haar jongste kind zit met een draagzak op haar rug. Als ze aan een andere mama vraagt om die te helpen losmaken, springt die net niet in de armen van haar man. Niet bang zijn mevrouw, het is maar een kind.
De Afrikaanse vrouw probeert in het Frans een conversatie aan te knopen met de vrijwilligster van dienst. De manier waarop zij enthousiast 'si, si' antwoordt bij het horen van een vreemde taal, doet mij vermoeden dat ze in de winter wel eens in Benidorm durft vertoeven. Nog even en ze doet van Dos Servesas Por Favor.
Een koppel is net terug van bij de dokter en wil hun kind terug aankleden. Mama bukt zich om een iets uit de verzorgingstas te nemen. Helaas voor haar zijn de vrijwilligsters ultra-gemotiveerd, dus nog voor ze de kans krijgt om helemaal door de knien te gaan, klinkt er vanuit de andere kant van de wachtzaal: "Het kind niet alleen op het verzorgingskussen laten!". Auwch. Dat is een minpunt op het rapport. Snel maak ik een mentale nota dat ik straks ostentatief een hand op Baby moet houden als ik een verse luier neem. Stel je voor dat ze plots wil gaan lopen.
Dan roept de vrijwilligster de naam van Baby om. Ik spring recht en grabbel mijn kinderen bij elkaar. Dat levert mij een boze blik op van een andere mama. Oh nee, wat doe ik fout? Snel overloop ik in mijn hoofd wat de redenen van de boze blik kunnen zijn. Heb ik mijn eigen baby vast? Check. Sta ik op andermans spullen? Nee. Heb ik iets verkeerd gezegd? Niet dat ik weet. Na enkele lange seconden, bevrijdt de vrijwilligster mij uit mijn lijden. De baby van de booskijkende vrouw heeft dezelfde voornaam als mijn baby. Ze dacht dat ik aan het voorsteken was. De booskijkende vrouw verandert in een glimlachende vrouw, zodra ze het misverstand inziet. Ik glimlach terug, maar denk bij mijzelf: "Mijn kind staat toch veel beter met die naam.". Gedachten zijn vrij, nietwaar? En daar maak ik graag gebruik van. Zij ongetwijfeld ook.
Eenmaal bij de dokter en de verpleegster bleek dat de examen-stress nergens voor nodig was. Baby werd over de hele lijn goedgekeurd. Als beloning kreeg ze in elke bil een prik.
Punten kreeg ik niet, maar bij het buitenkomen beloofde ik de jongens een ijsje en dat leverde mij voor die dag een 10/10 op van mijn eigen kinderen.
*Deze blogpost kan lichte overdrijvingen bevatten.